Verkeersregels

Kies een hoofdstuk

Tramregels

Voor trams gelden vaak dezelfde regels als voor andere weggebruikers:

  • een tram moet zich houden aan de geldende maximum snelheid, behalve op plekken waar hij geen rekening hoeft te houden met andere weggebruikers.
  • een tram moet voorrang geven aan voetgangers die oversteken op een zebrapad.
  • als er haaientanden op de trambaan staan, moet de tram voorrang verlenen aan kruisende bestuurders. 

 

Bijzondere tramregels

Maar er zijn ook veel bijzondere tramregels die je moet kennen:

  • Een tram heeft bijna altijd voorrang, zelfs als die van links komt. Dit geldt alleen als de voorrang niet is geregeld met voorrangsborden of verkeerslichten.
  • Een tram die afslaat gaat vóór het rechtdoorgaande verkeer. Een tram is daarmee het enige voertuig dat andere weggebruikers mag 'snijden'.
  • Trams en bussen hebben soms een eigen verkeerslicht, het tramlicht. Dit heet een negenoog. De tram dient zich aan dat tramlicht te houden. Dat kan betekenen dat trams soms al mogen rijden, terwijl jij nog voor een rood stoplicht wacht.
  • Je mag een tram rechts en links inhalen.